De wonderlijke logica van kersttradities

Niemand weet precies wie ooit besloot dat een dennenboom in de woonkamer een goed idee was; maar sindsdien doen we het allemaal. Elk jaar slepen we trouw een boom naar binnen, hangen er breekbare ballen in en verbazen ons er vervolgens over dat er na twee dagen naalden op de vloer liggen. Kersttradities zijn een merkwaardige verzameling gewoontes die we klakkeloos overnemen ‘omdat het zo hoort’. Kaarsen aan terwijl het licht al aan is, gourmetten met zes mensen op één stekkerdoos en exact om dezelfde tijd ruzie maken over wie de kerstfilm mag kiezen. Toch schuilt daarin de charme. Tradities zijn niet logisch, ze zijn vertrouwd. Ze geven houvast, vooral wanneer niemand nog weet welke dag het is tussen kerst en oudjaar. We mopperen, lachen, herhalen alles exact zoals vorig jaar en noemen dat gezelligheid. En eerlijk is eerlijk: als we het een keer anders zouden doen, zou het waarschijnlijk niet eens als kerst voelen.

Wat zetten we op tafel (en waarom altijd te veel)?

Kerst is het enige moment in het jaar waarop ‘te veel eten’ geen probleem maar een doel is. De tafel buigt onder salades die niemand echt wil, stokbrood dat al oud is voordat het aangesneden wordt en minimaal drie soorten saus waarvan iedereen zegt ‘Doe maar een heel klein beetje’. We plannen het menu weken van tevoren, maar eindigen toch met stress in de keuken en één vergeten gerecht in de oven. Gourmetten blijft populair, ondanks de geur die nog dagen in de gordijnen hangt. Het gaat niet om perfect koken, maar om samen eten, morsen, lachen en discussiëren over wie dat ene schaaltje leeg heeft gemaakt. Kerst op tafel is geen maaltijd, het is een ervaring. En restjes? Die eten we nog dagenlang, want verspillen past niet bij de kerstgedachte – en eerlijk gezegd smaken ze op tweede kerstdag misschien nog wel beter.