Kerstmuziek: geliefd, gehaat en onvermijdelijk

Vanaf het moment dat de eerste kersthit op de radio verschijnt, weten we: ontsnappen is onmogelijk. Mariah Carey ontdooit langzaam uit haar winterslaap en Wham! ligt overal op de loer. We zuchten, draaien met onze ogen en zingen toch mee. Kerstmuziek heeft een bijzondere kracht: het is tegelijkertijd irritant en geruststellend. Na drie weken horen we het niet eens meer, het zit gewoon in ons systeem. Het hoort bij de kerststress, de winkeldrukte en het inpakken van cadeaus om middernacht. Zonder kerstliedjes zou december vreemd leeg voelen. Dus accepteren we het. We klagen erover, maar zetten het volume stiekem iets harder wanneer niemand kijkt. Want diep vanbinnen weten we: zonder die foute meezingers zou het geen echte kerst zijn.

Het kerstcadeaudilemma

Een kerstcadeau vinden, is een kunstvorm. Het moet persoonlijk zijn, maar niet te persoonlijk. Origineel, maar ook veilig. En het liefst binnen budget. Elk jaar zweren we het simpel te houden, en elk jaar staan we alsnog last minute in een winkel te twijfelen over kaarsen, sokken of ‘iets leuks voor in huis’. We kopen cadeaus die we zelf eigenlijk ook wel willen en hopen dat dat telt als goede smaak. Het mooiste moment is niet het geven, maar het uitpakken. Het geritsel, het toneelspel van verrassing en de klassieke zin ‘Oh, dat had je echt niet hoeven doen!’. Kerstcadeaus draaien zelden om het object zelf. Ze zijn een excuus om aandacht te geven, om te laten zien: ik heb aan je gedacht. En dat is misschien wel het beste cadeau van allemaal.