Bij de laatste uitstap met mijn moeder kreeg ik een soort komische flashback naar de Koot & Bie fragmenten van de über-gefrustreerde bijna middelbare zoon Frank die voor altijd tot zijn moeder Carla is veroordeeld. Samen naar het winkelcentrum, samen een kerstboom kopen, samen een kopje koffie drinken. En braaf knikken bij alles wat moeder zegt, met zijn verbitterde, krampachtige grijns, je hoort zijn tanden knarsen.
En als moeder Carla dan even naar het toilet gaat, wendt Frank zich tot de camera met de psychopathische blik van Johnny uit The Shining: “Ik wil een lekkere blonde meid om mee te rollebollen bij de wintersport. En dan op 2000 meter hoogte trekken we elkaars skibroeken uit en wrijven we elkaars billen in met sneeuw. Omdat we dat fijn vinden. Maar, ik heb alleen mijn moeder. En daar ben ik voor behandeld…”
Vrijdag mocht ik weer eens met mijn moeder op pad en dat is geen straf zoals bij Frank en Carla. Sinds ik officieel mantelzorger ben zijn we vaak samen onderweg. Er zijn de verplichte nummers: de tandarts, het ziekenhuis, het gemeentehuis. Maarrrrr … we gaan ook af en toe lekker uit eten, we zijn naar GLOW in Eindhoven geweest, naar de film ‘Voor de meisjes’ (een dikke aanrader trouwens), naar exposities en de kermis en afgelopen vrijdag dus naar een toneelvoorstelling in Middelbeers: ’12 Gezworenen’, gespeeld door tv Keskenoate.
Ik ben niet behandeld, maar het misschien wel een leerproces om zo intensief met mijn moeder samen te zijn. Haar dementie is – zo weten we sinds kort – zowel vasculair als Alzheimers. In 2023, het jaar dat pa overleed, kreeg ze ook nog een herseninfarct en sindsdien is het bewegen nogal schuifelend en voorzichtig en het korte termijn geheugen vertoont ontluisterende gaten. Het voordeel is nu wel dat ze elke dag opnieuw en oprecht blij is met haar mooie nieuwe schoenen, alsof ze die nog nooit gezien had. Ik vermoed dat het ook door haar dementie komt dat haar uitingen soms redelijk ongefilterd zijn. Mogelijk heeft ze altijd al wel ‘een mening’ gehad over corpulente mensen bijvoorbeeld, maar waar ze die voorheen nog wijselijk voor zich hield, zegt ze dan nu op een terras net iets te luid “Zo, die heeft nogal een kont!”. Of ze schiet in een harde en onbedaarlijke lach als bij een hele stevige dame bij het opstaan haar stoel om haar derrière geklemd blijft.
Nu zaten we dus samen in een Middelbeers’ zaaltje naar de toneelvereniging te kijken, die een hele indrukwekkende voorstelling neerzet, gebaseerd op de film ’12 Angry Men’, over het zware gewetenstraject dat een jury van leken doormaakt. Zij moeten bepalen of een jongeman levenslang de bak ingaat voor een moord, of vrijgesproken wordt. Het langetermijngeheugen van moeder is nog prima. Mijn voormalige buurvrouwen herkent ze direct als deze het toneel betreden en moeder vermeldt dan ook weer net iets te luid: “Hé dat is Corrie; en daar: dat is Henny!” Ze geniet wel van het stuk trouwens, iets waaraan ik ook niet echt had getwijfeld. Door het intensieve samenzijn de laatste maanden heb ik ontdekt dat ik mogelijk van haar mijn voorliefde heb voor goed inhoudelijk drama, zoals dit, maar ook voor obscure cultfilms als ‘Pulp Fiction’, of ‘De Helaasheid der Dingen’, of van die echte arthouse pareltjes zoals ‘Voor de Meisjes’ dat nu in de bios draait, of het hartverscheurende ‘Breaking the Waves’. We blijken zelfs een voorliefde voor de harde en absurde humor van ‘Southpark’ te delen.
Ik zie meer herkenbare dingen: ook dingen die ik terugzie in mijn dochters. Moeder houdt nets als mijn oudste niet van pitten en zaden in haar brood, maar ook zaken als rozemarijnblaadjes en jeneverbessen – die ik zelf gedachteloos vermaal – schuift ze resoluut naar de rand van haar bord. En ze heeft dezelfde hekel aan hoge of strakke boordjes, maar ook dezelfde voorliefde voor Belgisch bier als haar jongste kleindochter.
Op de toneelavond leer ik trouwens ook dat twee van die Trappistjes wel het maximum is voor moeder. Onderweg terug naar de auto hangt ze nadrukkelijker aan mijn arm dan bij binnenkomst.
We leven in het moment en ik hoef niet behandeld te worden.
