Het is inmiddels half november geweest en dat betekent dat er weer een bladzijde omgeslagen wordt in het grote boek van de natuur. De laatste bladeren beginnen nu echt te vallen en het gegak van kolganzen en rietganzen overstemt het gejodel van de al veel eerder gearriveerde Scandinavische roodborstjes. Voor ons tweebenige wezens die zich vaak zo ver van boven al dat aards gewoel verheven voelen wordt het tijd om de voering in de jas te ritsen en de kachel op te stoken. Voor sommigen wordt het zelfs te koud om nog comfortabel te kunnen leven en zij vertrekken dan ook graag naar warmere oorden. Ook uw columnist heeft wel iets van een reptiel. Een niet verder bij naam genoemd politicus zag in deze creaturen een allesoverheersend complot van wezens in mensformaat, maar van binnen een geschubd en draakachtig monster. Helaas ben ik daar te nuchter voor, tot op zekere mate vind ik warmte gewoon aangenamer dan snijdende kou en striemende regen.
Toch is het goed om ook juist nu naar buiten te gaan. Al is het maar een rondje door tuin of park want ook daar is het laatste deel van de herfst in volle pracht aanwezig. Nevelzwammen bijvoorbeeld. Vaak in een heksenkring en soms uitgroeiend tot kleine soepborden. Hun grijze kleur contrasteert geweldig met het afgevallen blad. En zolang het niet vriest worden met bomen beplante bermen ook nog voorzien van geregeld weer nieuwe boleten. Vooral de kastanjeboleet blijft nog lang present. Maar voor de echte parels moet er toch echt even gezocht worden. Tussen op de grond groeiend klimop of in struikgewas maar altijd dicht op de grond gedrukt: aardsterren. Onlangs was weer de jaarlijkse paddenstoelenexcursie op Landgoed De Stille Wille en als verwacht kreeg de gekraagde aardster opnieuw de hoofdprijs voor de meest bijzondere paddenstoel. Niet kleurig als een vliegenzwam, niet enorm indrukwekkend als de grote tonderzwammen op beuken maar in frisse staat helderwit en stralend rond een bruin bolletje.
Aardsterren zijn nauw verwant met aardappelbovisten, u kent ze wel, die bekende gele knollen in het vroege herfstbos. Als ze rijp en bijna vergaan zijn is het altijd leuk er even op te tikken en een wolk van bruine sporen te zien opstijgen. Aardsterren doen het net wat eleganter. Eerst klapt de bolvormige zwam open en zwaaien de slippen naar buiten. Dan blijkt dat binnen in de zwam een tweede bol verborgen zit: de sporenzak. Als uiteindelijk de tienduizenden sporen het luchtruim hebben gekozen vergaat alles in rap tempo. De schimmel die deze paddenstoel gevormd had groeit ondertussen rustig verder en zal soms al in oktober maar meestal in november volgend jaar nieuwe aardsterren gaan vormen. Nog een tip: laat ze vooral staan en verzamel ze niet voor een herfstige creatie. Thuis drogen ze direct uit en blijft er niets van over. En na u komen er zeker meer die er ook graag van genieten.
Sterren op de grond vormen zeker niet het laatste hoofdstuk van het zwammenjaar. Straks in december volgen de gele trilzwammen. Soms uit de eiken gevallen maar meestal als gele snotterbellen hangend aan takken. Ook in de winter is er volop te beleven in de Brabantse natuur.
