Waar gaat het heen na 29 oktober? Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik ben inmiddels totaal geradbraakt door het uit de bocht gierende verkiezingscircus. De peilingen en de prognoses vliegen je om de oren, de gezichten van de lijsttrekkers ken je onderhand beter dan die van je kinderen en alle mogelijke partijwensen zijn inmiddels meer opgelepeld dan het Onze Vader op het Sint Pieterplein. Nog even en dan mogen we ons weer opmaken voor de grote Formatie Stoelendans, die alle talkshows ook weer voor maanden zal domineren.

Het valt ook niet mee, om consensus te vinden in een land met 18 miljoen bondscoaches. In ons eigen dorpje zie je al wat een consternatie het geeft om een nieuwe gemeentenaam te kiezen, of om te bepalen wat er met het (bijna) voormalige gemeentehuis in Bossche School-stijl moet gebeuren. Wat mij vooral opvalt bij de Tweede Kamerverkiezingen is de penetrante spruitjeslucht die er de laatste jaren omheen hangt. Lijsttrekkers moeten opdraven in net iets te gezellige programma’s bij Omroep Max en RTL4, om te vertellen wat hun lievelingsgerecht is, hun lievelingskleur, of ze ook een huisdier hebben, of ze de kinderen helpen met hun huiswerk, wat hun ‘guilty pleasure’ is, of ze weleens een kater hebben gehad na een avond shotjes naar binnen hakken en wat hun favoriete voetbalclub is. Waarbij je Chris Stoffer (SGP) ziet denken: ‘Maakt mij het uit, als ze maar niet op zondag spelen.’ Alles wordt uit de kast gehaald om de lijsttrekkers maar over te laten komen als ‘gewone mensen’. Dat lijkt anno 2025 op tv belangrijker dan een goed doorgerekend programma of een ideologie die ergens over gaat.

Soms heb ik echt medelijden met al die lijsttrekkers, die wekenlang het hele land door gejaagd worden, in de jacht op de Laatste Zwevers, de Tobbende Twijfelaars en de Cynische Afhakers. We zien Mona Keizer zichzelf bij een Volendamse viskraam voorstellen als een Palingpopulist, terwijl haar lijsttrekker Caroline van der Plas pijltjes moet gooien, het fotootje van Geert Wilders raakt en dan iets positiefs over hem moet zeggen. We zien Frans Timmermans zich vergalopperen met de claim dat hij ‘op maar vijf minuten fietsen’ van een azc woont. Ik heb het even nagerekend en het is mogelijk, maar dan moet Frans wel op een opgevoerde fatbike in standje 12 alle verkeersregels, stoplichten en moeders met wandelwagens aan zijn Maastrichtse laars lappen.

We horen Laurens Dassen van VOLT bekennen: “Mijn zoontje zegt: papa, niet meer werken”. Lidewij de Vos (FvD) speelt viool en doet aan yoga, terwijl Henri Bontenbal juist graag naar de bombastische filmmuziek van ‘Gladiator’ luistert. Stephan van Baarle (DENK) bekent vitaminesupplementen te nemen en Geert Wilders gaat met zijn poes op de foto. Ze struinen wekenlang over druilerige weekmarkten en braderieën, ze duiken op in veestallen en Paradiso. Ze moeten een dikke huid hebben want er wordt nog weleens wat onaardigs geroepen als ze in Budel, Appelscha of Wormerveer aan het flyeren zijn, of als ze in hun naïviteit een redelijk interview met Jack van Gelder verwachten.

Ik kan me zó goed voorstellen dat ze ’s avond geradbraakt in hun bed stappen en tegen meneer Bikker, tegen mevrouw Bontenbal, tegen meneer Jetten, tegen meneer Ouwehand, tegen mevrouw Wilders, tegen meneer Yesilgöz, tegen mevrouw Eerdmans en tegen mevrouw Van Dijk kermend verzuchten: ik wil geen pijltjes meer gooien, ik wil geen varkentjes/alpaca’s/hulphonden/bejaarden meer aaien, ik wil het niet meer over mijn lievelingseten boerenkoolstamp met een kuiltje jus hebben, ik wil niet meer over gure weekmarkten en industrieterreinen lopen met mijn flyertjes en ik wil niet meer net doen of ik van yoga of van housemuziek houdt...

Wat ze waarschijnlijk wel willen – en daarin zijn het inderdaad normale Nederlanders, net als wij – is een stabiele regering die wél die vier jaar vol weet te maken. Zodat zij én wij tenminste even op adem kunnen komen van het slopende, krankzinnige verkiezingscircus. En dat al die arme lijsttrekkers éven niet meer hoeven te spelen dat ze zo extreem normaal zijn.