In het Oirschots Weekjournaal van 16 september werd met blijdschap de komst van BioBuddy in de nieuw te bouwen woonwijk de Kemmer aangekondigd. Het bekende bouwbedrijf H. uit Rosmalen spreekt in ronkende taal over deze hypermoderne robot bioloog die zonder klagen het klokje rond de natuur in zijn omgeving gaat registeren. Geen vleermuis, vlinder of vogel passeert de sensoren zonder uitgebreid vastgelegd te zijn. Met AI wordt elk beestje maar ook plant of zwam die de grond uitschiet van een naam voorzien en vervolgens gebruikt voor een eveneens automatisch gegenereerde ecologische analyse.
Toen uw columnist deze woorden las bekroop hem een gevoel van grijze overbodigheid. Vanaf zijn vijfde werkt hij nu al vierenzestig jaar aan het leren kennen en begrijpen van “alles wat groeit, bloeit en ons altijd weer boeit” (citaat van een verre voorganger en eens een welluidend radio bioloog, Fop. I. Brouwer). Steeds weer nieuwe soorten ontdekkend, steeds weer realiserend dat een mensenleven te kort is om de nu bekende biodiversiteit van Nederland van 45.000 soorten te leren kennen. Met Biobuddy op de markt lijkt al deze noeste arbeid en studie overbodig te worden. Kennis wordt vervangen door het voederen van een apparaat met beeld en geluid. Met een druk op de knop gaat deze vervolgens aan, draait misschien zelfs een rondje en klaar is Kees. Op een schermpje verschijnt een keurig uitgewerkt lijstje. Doe het geregeld en het zou mogelijk kunnen zijn om zelfs jaarrapporten te produceren en zo de komst van de das, of het verdwijnen van de argusvlinder te documenteren.
Iedereen die echter een klein beetje soortenkennis heeft ziet dat genoemd bouwbedrijf een prachtig marketing gereedschapje heeft ontwikkeld. Burgers en overheden kunnen gerust zijn, de natuur rond bouwlocaties wordt nauwlettend gevolgd. Maar is dat werkelijk zo? AI kan veel maar het verschil tussen de verschillende geel bloeiende planten uit de paardenbloemfamilie is met een foto buitengewoon lastig. En een prachtig gekleurde russula (een paddenstoel) die op een natte herfstochtend uit de grond plopt is zelfs met OBS-Identify, het AI programma achter waarneming.nl niet op naam te brengen. Een hoe zit het vleermuizen? Natuurlijk kun je de techniek van een bat detector inbouwen om sonargeluiden hoorbaar te maken of de gevoeligheid voor hoge tonen extreem opschroeven. Maar zelfs dan is het verschil tussen ruige en gewone dwergvleermuis buitengewoon lastig. Andere zoogdieren als muizen hebben ook zo hun lastige klanten. Bos- en dwergspitsmuis, aardmuis en veldmuis of zelfs bosmuis en huismuis meldingen van BioBuddy zou elke ecoloog direct van een enorm vraagteken voorzien tenzij de vastgelegde beelden duidelijk genoeg zijn.
En wat gaat BioBuddy doen met de kleine kriebelbeestjes die ruim de helft van onze biodiversiteit vormen? Passerende loopkevers zijn al lastig maar mieren zijn al helemaal niet te doen. En juist deze diergroepen geven enorm veel informatie over het wel en wee van een gebied. En dan vlinders. Elke bioloog weet dat vlinder monitoring veel vraagt van het schoeisel, tientallen keren het veld in om vast te stellen of een soort wel of niet aanwezig is. En de meer dan vierhonderd soorten nachtvlinders die in de Kemmer zeker aanwezig zijn gaan zich echt niet op een presenteerblaadje melden.
Geacht bouwbedrijf H., ook voor u geldt het spreekwoord: schoenmaker blijf bij uw leest. Uiteraard is het te waarderen dat u een ecoloog in dienst hebt om de achteruitgang van de biodiversiteit op de door u volgebouwde terreinen vast te leggen. Uiteraard kan BioBuddy gegevens verzamelen. Maar presenteer het niet als een volwaardige manier om flora en fauna in kaart te brengen of te volgen.
