Lastige keuzes voor de columnist. De ene week valt het allesbehalve mee om een relevant onderwerp te vinden, de volgende week breek je je nek over de topics waar je wat mee kan. Deze week was de keuze: het mogelijk afschaffen van de hypotheekrenteaftrek en wat columniste Angela de Jong daarvan vond, de moord op de fascistische influencer Charlie Kirk, of de idioot hoge verkeersboetes in Nederland.

Maar er zijn ook van die weken waarin al het gras vakkundig voor je voeten wordt weggemaaid. Angela de Jong met haar typische VVD-borrelpraatbetoog tégen GroenLinks-jongeren en vóór ‘de hardwerkende Nederlander’. Volgens Dilan Yesilgöz kan dat die hardwerkende Nederlander zomaar 500 euro per maand schelen. Ik wil niet flauw doen, maar omgerekend kom je dan op een hypotheeklast van bijna zeven ton. Als je dat kunt bekostigen ben je waarschijnlijk niet die hardwerkende verpleegster, automonteur of onderwijsassistent, maar mogelijk iemand die deze aftrek niet heel hard nodig heeft voor bestaanszekerheid. Maar ja, het satirische ‘nieuwsforum’ De Speld had Angela de Jong met haar tekstuele bitterbal al smakelijk gefileerd…

De moord op Charlie Kirk en hoe deze schaamteloos door Trump wordt aangewend voor eigen gewin werd al zeer accuraat geduid door publicist Bas Thijs. Hij maakt zich terecht druk om het feit dat de vermoedelijke moordenaar Tyler Robinson op basis van gammele beweringen wordt neergezet als een (linkse) anti-fascist, terwijl hij overduidelijk een rechts-extremistisch, homohatend en staatsondermijnend gedachtengoed aanhangt. Zijn motieven waren zeker niet ‘links’, hij vond simpelweg Trump en Kirk nog niet extreem rechts en conservatief genoeg.

Al jaren maak ik me in toenemende mate boos over de extreem hoge verkeersboetes. Als de mensen op straat hierover om hun mening wordt gevraagd voor een nieuwsitem (om één of andere reden vinden actualiteitenprogramma’s het erg belangrijk om ondeskundige mensen te bevragen) dan komen we niet verder dan ‘schandalig!’, of ‘eigen schuld dikke bult’. Ik had er een mooi onderwerp aan, maar net toen ik wilde gaan tikken was daar Arjen Lubuch, die letterlijk ál mijn argumenten tegen de steeds hogere verkeersboetes aankaartte: de verhogingen zijn een krankzinnig veelvoud van de normale indexering, het verdienmodel weegt zwaarder dan het opvoedend doel, vergelijkbare verkeersovertredingen zijn in omringende landen twee tot drie keer ‘goedkoper’, het is goedkoper om een invalide medemens te mishandelen dan om zijn parkeerplaats te misbruiken, mensen raken erdoor in de schulden, etcetera etcetera.

Ik zou liever kiezen voor een luchtiger onderwerp, want daar hebben de lezers in deze verwarrende tijden misschien meer behoefte aan. Maar wat dan? Het antwoord diende zich donderdag aan op mijn Facebook tijdlijn: een pleidooi voor de nieuwe fusienaam van Best en Oirschot. We zien mannen met clownsmaskers bij alle plaatsnaamborden, van Oostelbeers tot Best, met daarbij de gemeentenamen Oirschot en Best vervangen door ‘Stroombroek’. Ingewijden weten dat ‘Stroombroek’ verwijst naar de film ‘In de naam van de vader’ van de Beerse toneelvereniging Keskenoate en het fictieve dorp ‘Stroombroek’. Persoonlijk vind ik het leuk gevonden. Ikzelf kwam niet verder dan ‘Skôn Klompengat’ en verder heb ik nog weinig inspirerende suggesties voorbij zien komen.

“De filmsterren uit De Beerzen, Oirschot, Spoordonk en Best speelden in deze film als rasechte Stroombroekenaren de rol van hun leven en blonken uit in samenwerking en liefde voor elkaar. Laten we die positieve levenshouding meenemen naar onze nieuwe gemeente en stem straks op STROOMBROEK!!”, aldus het bijschrift bij de clowneske foto’s.

Ik heb er geen verstand van, maar het lijkt me nog aantrekkelijker om in zoiets impulsiefs mee te gaan, dan in een oeverloze ‘inspraaksessie’ met 50 duizend inwoners gezogen te worden. Ik moest nog denken aan de vraagstelling ‘Waar moet het Oirschotse beeldmerk ‘De Gele O’ geplaatst worden?’, een paar jaar geleden. Dat leverde reacties op als ‘Ver weg!’ en ‘Gooi maar in het kanaal’. Het metershoge kunstwerk stond binnen de kortste keren eerloos achter een paar roestige containers op de Milieustraat weg te kwijnen.

Ik hoop dat ik over een paar jaar op straat wordt aangesproken door een cameraploeg met de vraag wat ik van de nieuwe gemeentenaam ‘Stroombroek’ vind. Zodat ik in alle eerlijkheid kan zeggen:

“Het ontbreekt mij helaas aan de deskundigheid om er een afgewogen oordeel over te vellen.”