Donderdag 22 mei kwam, we zag dat het niet goed was en toch werden we kampioen. Elke lezer herkent daarin de woorden van Julius Caesar: veni, vidi, vici – ik kwam, ik zag en ik overwon, Maar of we nu trots moeten zijn op het uitgereikte brevet van onvermogen getiteld? Dat durf ik te betwijfelen. We waren al Europees kampioen watervervuiling en dat terwijl we toch echt willen dat Brabant Water ons trouw een onstuitbare stroom schoon water levert. We waren al heer en meester verlies van bodemleven terwijl we toch echt graag ons gezonde frietje willen blijven eten. En toen kwam de beruchte datum: Nederland werd ook nog eens Europees kampioen biodiversiteit verlies. Geen brons of zilver maar een massief gouden medaille die we de volgende decennia ook nog eens niet kwijt zullen raken.

Het was het bekende instituut Naturalis die de klinkende overwinning bekend mocht maken. Elke Oirschotse natuurliefhebber, lid van het IVN, Natuurmonumenten of heerlijk ongeorganiseerd had het met angst en beven al aan zien komen. Akkers zijn doodse vlakten geworden, geen veldleeuwerik zingt er meer zijn lied. Vlinders, bijen en zweefvliegen worden vergiftigd, omgebracht met tonnen ammoniak of sterven door een ongekende klimaatverandering. Libellen die eindelijk begonnen op te krabbelen met dank aan verbeterd waterbeheer krijgen opdonders met dank aan de steeds slechter wordende waterkwaliteit. Terreinbeheerders werken zich letterlijk uit de naad om nog iets te redden maar het blijft dweilen met de kraan open. Vierentwintig uur per dag moeten ze elke kleine overwinning beschermen. Boomkikkers en orchideeën in de Mortelen, de zwarte specht in de Baest of het heideblauwtje op de Oirschotse Heide. Kleine sprankjes hoop waar elke dag voor gevochten moet worden. Opportunisten als dassen weten zich nog te redden en zelfs uit te breiden ondanks forse tegenwerking van ons Hollanders. Zelfs in natuurreservaten zijn er idioten die met gif strooien omdat dassen roofdieren zijn terwijl hun dieet bij voorkeur uit regenwormen en oogst restanten bestaat.

Uit het statusrapport Nederlandse Biodiversiteit blijkt enerzijds dat we van de ruim 47.000 Nederlandse soorten planten, dieren en schimmels slechts zes tot zeven procent goed in beeld hebben. Is dat een reden om dit rapport en het vernietigende oordeel om het maar in de prullenbak te gooien? Helaas was het maar waar. Van de 3625 soorten paddenstoelen is meer dan de helft zwaar bedreigd of zelfs al bijna uitgestorven. En laten het nu net paddenstoelen zijn die elke Brabantse eik of berk in leven houden. Bekende soorten als eekhoorntjesbrood en de vrijwel verdwenen cantharel staan 24 uur per dag in dienst van de boom. Aminozuren leveren en helpen met opname van mineralen is van levensbelang voor onze houtige vrienden. Helaas worden zij vermoord door de voortdurende aanvoer van ammoniak. Zonder hun hulp verzwakken bomen, zonder bomen wordt een deel van de door ons uitgebraakte kooldioxide niet meer uit de lucht gehaald. Ten opzichte van 1992 hebben we nog maar de helft van onze vlindersoorten en mogelijk ook hetzelfde aantal zweefvliegsoorten over. Fruittelers zijn ons dankbaar, zij mogen binnenkort elk bloemetje met de hand gaan bestuiven.

Het prachtig geïllustreerde Statusrapport Nederlandse Biodiversiteit is gratis te bestellen bij https://www.naturalis.nl/over-ons/biodiversiteit/statusrapport