De incidentele vordering die uitbater Max Adriaansen van De Kemmer had ingediend bij het Gerechtshof heeft niet het door hem gewenste resultaat opgeleverd. De door hem gevraagde schorsing van het vonnis van het kort geding van 13 november 2024 is hiermee van de baan. Een teleurstelling voor Adriaansen die had gehoopt op extra tijd, om aan te tonen dat de gemeente hem onterecht uit De Kemmer zou willen zetten. Voor de gemeente lijkt de weg hiervoor nu vrij.
door Rens van Ginneken
“Het gaat momenteel niet zo lekker. Bij mij, maar ook bij het personeel hakt het er flink in: het is zeer stressvol allemaal”, verzucht Adriaansen. “Dit hele conflict met de gemeente is ellendig en eigenlijk ook onnodig. De huurachterstand zou de reden zijn voor het niet verlengen van het contract per 1 januari. Door het inhouden van de huursommen van het Kempenhorst College heeft de gemeente onze achterstallige huur van 102.000 euro feitelijk al ingevorderd. Het enige wat nu nog openstaat zijn de eerste drie maanden van dit jaar. Ik hang nu op het randje van de klif: ik kan voor anderhalve ton het schip in gaan. Ik erken dat de situatie niet altijd picobello was, maar we werken nu hard om alles goed onderhouden en schoon te houden. Al met al voelen de maatregelen en de juridische stappen van de gemeente gewoon niet als proportioneel”, aldus Adriaansen.
Bewijslast
Zijn hoop was gevestigd op het hoger beroep. “Als we via deze incidentele vordering de tijd hadden gekregen tot aan het hoger beroep, dan hadden we bewijslast kunnen leveren dat we wél altijd zo goed mogelijk onze verplichtingen zijn nagekomen. Op deze manier wordt ons helaas die kans nu ontnomen”, verzucht de beheerder.
Uitzetting kan worden doorgezet
Wethouder Corine van Overdijk licht toe: “Hiermee hebben we voor de tweede keer een gerechtelijke toestemming om de beheerder uit te zetten. Deze kan eventueel nog in cassatie gaan, maar ook daar verwachten we geen veranderende situatie door. Dat wil zeggen dat we dus de uitzetting kunnen doorzetten.”
Hoe de uitvoering daarvan precies in zijn werk gaat kan de wethouder nog niet exact aangeven. “Daarover moet het College van B&W nog een besluit vormen, ook over het moment dat de sporthal door de heer Adriaansen leeg en schoon opgeleverd moet worden. Mocht hij geen opvolging geven aan de last tot ontruiming, dan wordt het werk voor de deurwaarder. In ieder geval is er een nieuwe beheerder gevonden, die na de oplevering direct kan starten, waardoor het gebruik van de sporthal gegarandeerd blijft voor bijvoorbeeld de verenigingen.”
Verschillende lezingen over de restschuld
Over de restschuld lijken de lezingen van Adriaansen en Van Overdijk te verschillen. Van Overdijk: “Er staat nog een aanzienlijke schuld van 120.000 euro open, die we zullen verrekenen met de huursommen van het gymonderwijs. Een eventuele restschuld zouden we daarna nog kunnen invorderen.” Adriaansen stelt dus echter dat die verrekening al heeft plaatsgevonden.
Klachten van het Kempenhorst College
De onzekerheid over een ontruimingsdatum breekt Adriaansen ook op, vertelt hij. “Maar ik kan me ook niet voorstellen dat het nu ineens van de ene op de andere dag leeg zou moeten. Dat hoop ik in ieder geval ook niet voor de gebruikers, dat verstoort alles. In de tussentijd blijven wij in ieder geval draaien en onderhouden we alles netjes voor onze gebruikers.”
Maar die brief van het Kempenhorst College dan, met klachten over het niet schoon zijn van de gymzaal, die kwam toch niet uit de lucht vallen? “Nou”, stelt Adriaansen: “Het is wel erg toevallig dat deze brief net op de dag kwam dat ik ging inspreken bij de gemeenteraad, vorige maand. Ik denk dat de school als gebruiker van de sporthal de wethouder graag te vriend houdt. Ik vindt dat de klachten in die brief niet echt gegrond waren. Als het werkelijk zó erg zou zijn, dan had de GGD al lang aangeklopt. En ondertussen speelt op de achtergrond nog dat de tennisvereniging staat te popelen om de kantine over te nemen en te privatiseren”, zo meent hij. “Het is allemaal wel erg ‘toevallig’ natuurlijk”, zo meent hij.
‘Hockeyclub heeft meer schuld’
Hij besluit: “Het einde van onze juridische mogelijkheden komt nu wel in zicht helaas. Maar fair voelt het voor mij zeker niet, temeer omdat bijvoorbeeld de schuld van de hockeyclub bij de gemeente stukken groter is en zij worden niet op zo’n grove wijze aangepakt als wij. Dat is meten met twee maten. Ik ga in ieder geval met mijn juridisch adviseur bekijken of we de gemeente nog kunnen aanklagen voor smaad of laster, vanwege alle onjuistheden die zijn verteld. Mogelijk volgt er ook nog een claim voor alle onnodige financiële schade die ik door toedoen van de gemeente heb geleden.”