In de vorige eeuw waren grote gezinnen geen uitzondering. Waar wij nu vier kinderen al veel vinden, bestonden de huishoudens al snel uit 6 tot 7 kinderen. Echter 14 kinderen was ook in die tijd uitzonderlijk. En wat het helemaal speciaal maakt is dat anno 2025 al deze kinderen nog leven, contact hebben met elkaar en vieren dat ze samen 1100 jaar zijn geworden. Dit heugelijke feit vond vorige week dinsdag plaats. Tien broers en 4 zussen. Wij spraken met twee van hen; Mien Smetsers- Kastelijn (75 jaar) woonachtig in Oirschot en haar broertje Ad Kastelijn (69 jaar) uit Best. Zij vertelden over het wel en wee van dit grote gezin in de naoorlogse jaren.

door Marcia Engelander - van den Wittenboer

Vader Jan en moeder Nel Kastelijn gingen nooit op vakantie en nooit naar het café. Alles was voor de kinderen. De oudste geboren in 1936 en de jongste 1956. Iedereen woonde zo lang als kon thuis. De ouderen zorgden voor de jongste kinderen en hielpen moeder mee. Om de beurt kregen zij allerlei klusjes in huis. Het katholieke gezin werd streng, maar rechtvaardig opgevoed. Al geeft de jongste toe, dat het voor hem wel het makkelijkste was. Want naarmate de jaren vorderden werden de regels ook wat soepeler voor de jongste. Zoals altijd en ook hier, hebben de ouderen de weg vrij gemaakt voor de jongeren.

Fiets

Grote gezinnen waren in die tijd een teken van Gods zegen en de vrijgevigheid van de ouders. Dat de Pastor vaak op visite kwam kunnen broer en zus zich nog goed herinneren. "Hoe meer kinderen, hoe beter voor de kerk", weet Ad met een glimlach te vertellen. "Maar wij kwamen zelf ook niets te kort." Vader Kastelijn had niet één moestuin, maar zelfs twee, bakte zelf zijn brood en krentenbrood in het weekend en ook zijn vlees slachtte hij zelf. "Echt nieuwe spullen die hadden we niet. Maar we waren niet anders gewend." In de schuur was een grote plank vol met schoenen van alle kinderen. "Zo ging dat ook met jassen die gingen over van kind naar kind", vult Mien aan. "We dachten met de communie dan een nieuwe fiets te krijgen. Alleen die was dan even met een ander kleurtje beschilderd en wat opgeknapt, goed voor een tweede, derde of zelfs vierde ronde. Toch waren wij hier altijd dankbaar voor."

Afwassen

Eten was er altijd. Moeder Kastelijn stond achter grote pannen en later de snelkookpan. "Vriendjes en vriendinnetjes konden altijd aanschuiven. We hadden altijd genoeg", vertelt Ad. Mien herinnert zich wel dat toen de 'vrijers' meekwamen er wel veel moest worden afgewassen. "Soms wel drie keer voordat we zelf konden eten. We hadden namelijk niet zoveel servies en als iedereen er was moesten we steeds weer voor de volgende ronde afwassen in de kleine granieten wasbak in de keuken." Maar zelfs dat heeft een mooie herinnering nagelaten. "Altijd een vol huis. De meisjes bleven thuis wonen totdat ze gingen trouwen. Dat was vroeger." Elke dinsdagmiddag werd de was gedaan in de luciferfabriek in Eindhoven waar vader werkte. "Met drie zussen op de fiets en de was. Dat was een hele klus", lacht Mien. "Of we moesten om de beurt hout halen voor de drie gaats kachel." Er komen op deze middag heel veel mooie herinneringen naar boven.

Dansen

Van een feestje hield de familie Kastelijn ook wel. Verjaardagen en trouwdagen werden uitbundig gevierd. "In de week ervoor liep vader met zijn handkar het dorp in om bier te halen. En er moest en zal altijd gedanst worden. Als er niet gedanst werd, dan was het geen feest", zo kan Mien zich nog helder voor de geest halen. En dat feesten dat is de familie Kastelijn niet verleerd. Elk jaar houdt de familie Kastelijn een nieuwjaarsreceptie waar de hele familie komt; 4 broers en 10 zussen, 27 kleinkinderen en 20 achterkleinkinderen inmiddels. "We gaan allemaal nog met elkaar om. Er is bij niemand ruzie. De één trekt wel meer naar de ander. Maar als er een feest is of er is iets aan de hand dan zijn we er allemaal voor elkaar", besluit Ad vol trots het verhaal.